dutch@Luke:9:1 @ En Zijn twaalf discipelen samengeroepen hebbende, gaf Hij hun kracht en macht over al de duivelen, en om ziekten te genezen.
dutch@Luke:9:2 @ En Hij zond hen heen, om te prediken het Koninkrijk Gods, en de kranken gezond te maken.
dutch@Luke:9:3 @ En Hij zeide tot hen: Neemt niets mede tot den weg, noch staven, noch male, noch brood, noch geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben.
dutch@Luke:9:4 @ En in wat huis gij ook zult ingaan, blijft aldaar, en gaat van daar uit.
dutch@Luke:9:5 @ En zo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande van die stad, schudt ook het stof af van uw voeten, tot een getuigenis tegen hen.
dutch@Luke:9:6 @ En zij, uitgaande, doorgingen al de vlekken, verkondigende het Evangelie, en genezende de zieken overal.
dutch@Luke:9:7 @ En Herodes, de viervorst, hoorde al de dingen, die van Hem geschiedden; en was twijfelmoedig, omdat van sommigen gezegd werd, dat Johannes van dedoden was opgestaan;
dutch@Luke:9:8 @ En van sommigen, dat Elias verschenen was; en van anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan.
dutch@Luke:9:9 @ En Herodes zeide: Johannes heb ik onthoofd; wie is nu Deze, van Welken ik zulke dingen hoor? En hij zocht Hem te zien.