dutch@Mark:13:32 @ Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in de hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.
dutch@Mark:13:33 @ Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is.
dutch@Mark:13:34 @ Gelijk een mens, buitenslands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken;
dutch@Mark:13:35 @ Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in denmorgenstond);
dutch@Mark:13:36 @ Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde.
dutch@Mark:13:37 @ En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt.
Close Tab