1Chronicles:21
Seeker Overlay ON
*
Het geschiedde nu ten tijde van de wederkomst des jaars ,
ten tijde als de koningen uittrokken ,
zo voerde Joab de heirkracht ,
en hij verdierf het land der kinderenAmmons ;
en hij kwam ,
en belegerde Rabba ;
maar David bleef te Jeruzalem .
En Joab sloeg Rabba ,
en verwoestte ze .
*
En David nam de kroon huns konings van zijn hoofd ,
en hij bevond haar in gewicht een talent gouds ,
en daar was edelgesteente aan ;
en zij werd op Davids hoofdgezet ,
en hij voerde zeer veel roofs uit de stad .
*
Hij voerde ook al het volk uit ,
dat daarin was ,
en hij zaagde ze met de zaag ,
en met ijzeren dorswagens ,
en met bijlen ;
en alzo deed David aan al de steden derkinderen Ammons .
Toen keerde David wederom met al het volk naar Jeruzalem .
*
En het geschiedde daarna ,
als de krijg met de Filistijnen te Gezer opstond ,
toen sloeg Sibchai ,
de Husathiet ,
Sippai ,
die van de kinderen van Rafa was ;
en zij werdenten ondergebracht .
*
Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen ,
en Elhanan ,
de zoon van Jair ,
versloeg Lachmi ,
den broeder van Goliath ,
den Gethiet ,
wiens spieshout was als eenweversboom .
*
Daarna was er nog een krijg te Gath ;
en daar was een zeer lang man ,
en zijn vingeren waren zes en zes ,
vier en twintig ,
en hij was ook van Rafa geboren ;
*
En hij hoonde Israel ,
maar Jonathan ,
de zoon van Simea ,
den broeder van David ,
versloeg hem .
*
Dezen waren van Rafa geboren te Gath ;
en zij vielen door de hand van David ,
en door de hand zijner knechten .