1Corinthians:16:5-18
Seeker Overlay ON
*
Doch ik zal tot u komen ,
wanneer ik Macedonie zal doorgegaan zijn , (
want ik zal door Macedonie gaan );
*
En ik zal mogelijk bij u blijven ,
of ook overwinteren ,
opdat gij mij moogt geleiden ,
waar ik zal henenreizen .
*
Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan ,
maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven ,
indien het de Heere zal toelaten .
*
Maar ik zal te Efeze blijven tot den pinkster dag .
*
Want mij is een grote en krachtige deur geopend ,
en er zijn vele tegenstanders .
*
Zo nu Timotheus komt ,
ziet ,
dat hij buiten vreze bij u zij ;
want hij werkt het werk des Heeren ,
gelijk als ik .
*
Dat hem dan niemand verachte ;
maar geleidt hem in vrede ,
opdat hij tot mij kome ;
want ik verwacht hem met de broederen .
*
En wat aangaat Apollos ,
den broeder ,
ik heb hem zeer gebeden ,
dat hij met de broederen tot u komen zou ;
maar het was ganselijk zijn wil niet ,
dat hij nu zoukomen ;
doch hij zal komen ,
wanneer het hem wel gelegen zal zijn .
*
Waakt ,
staat in het geloof ,
houdt u mannelijk ,
zijt sterk .
*
Dat al uw dingen in de liefde geschieden .
*
En ik bid u ,
broeders ,
gij kent het huis van Stefanas ,
dat het is de eersteling van Achaje ,
en dat zij zichzelven den heiligen ten dienst hebben geschikt ;
*
Dat gij ook u aan de zodanigen onderwerpt ,
en aan een iegelijk ,
die medewerkt en arbeidt .
*
En ik verblijde mij over de aankomst van Stefanas ,
en Fortunatus ,
en Achaikus ,
want dezen hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak ;
*
Want zij hebben mijn geest verkwikt ,
en ook den uwen .
Erkent dan de zodanigen .