1Thessalonians:2:17-3
dutch@1Thessalonians:2:17 @ Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te overvloediger benaarstigd, om uwaangezicht te zien, met grote begeerte.
dutch@1Thessalonians:2:18 @ Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
dutch@1Thessalonians:2:19 @ Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst?
dutch@1Thessalonians:2:20 @ Want gij zijt onze heerlijkheid en blijdschap.