2Chronicles:18:1-27
Seeker Overlay ON
*
En zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats ,
en hij sterkte zich tegen Israel .
*
En hij legde krijgsvolk in alle vaste steden van Juda ,
en legde bezettingen in het land van Juda ,
en in de steden van Efraim ,
die zijn vader Asa ingenomen had .
*
En de HEERE was met Josafat ;
want hij wandelde in de vorige wegen zijns vaders Davids ,
en zocht de Baals niet .
*
Maar hij zocht den God zijns vaders ,
en wandelde in Zijn geboden ,
en niet naar het doen van Israel .
*
En de HEERE bevestigde het koninkrijk in zijn hand ,
en gans Juda gaf Josafat geschenken ;
en hij had rijkdom en eer in menigte .
*
En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN ;
en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg .
*
In het derde jaar nu zijner regering zond hij tot zijn vorsten ,
tot Ben-chail ,
en tot Obadja ,
en tot Zecharja ,
en tot Nathaneel ,
en tot Michaja ,
opdat men zou leren in desteden van Juda .
*
En met hen de Levieten ,
Semaja en Nethanja ,
en Zebadja ,
en Asael ,
en Semiramoth ,
en Jonathan ,
en Adonia ,
en Tobia ,
en Tob-Adonia de Levieten ,
en met hen depriesters Elisama en Joram .
*
En zij leerden in Juda ,
en het wetboek des HEEREN was bij hen ;
en zij gingen rondom in alle steden van Juda ,
en leerden onder het volk .
*
En een verschrikking des HEEREN werd over alle koninkrijken der landen ,
die rondom Juda waren ,
dat zij niet krijgden tegen Josafat .
*
En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld ;
ook brachten hem de Arabieren klein vee ,
zeven duizend en zevenhonderd rammen ,
enzeven duizend en zevenhonderd bokken .
*
Alzo nam Josafat toe ,
en werd ten hoogste groot ;
daartoe bouwde hij in Juda burchten en schatsteden .
*
En hij had veel werks in de steden van Juda ,
en krijgslieden ,
kloeke helden in Jeruzalem .
*
Dit nu is hun telling ,
naar de huizen hunner vaderen .
In Juda waren oversten der duizenden :
Adna de overste ,
en met hem waren driehonderd duizend kloeke helden .
*
Naast hem nu was de overste Johanan ;
en met hem waren tweehonderd tachtig duizend ;
*
En naast hem was Amasia ,
de zoon van Zichri ,
die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had ;
en met hem waren tweehonderd duizend kloeke helden .
*
En uit Benjamin was Eljada ,
een kloek held ;
en met hem tweehonderd duizend ,
die met boog en schild gewapend waren .
*
En naast hem was Jozabad ;
en met hem waren honderd en tachtig duizend ,
ten krijge toegerust .
*
Dezen waren in den dienst des konings ;
behalve degenen ,
die de koning in de vaste steden door gans Juda gezet had .
2 Kronieken 18