2Chronicles:22



Seeker Overlay ON

* Daarna ontsliep Josafat met zijn vaderen , en werd begraven bij zijn vaderen in de stad Davids ; en zijn zoon Joram werd koning in zijn plaats . * En hij had broederen , Josafats zonen , Azarja , en Jehiel , en Zecharja , en Azarjahu , en Michael , en Sefatja ; deze allen waren zonen van Josafat , den koning vanIsrael . * En hun vader had hun vele gaven gegeven van zilver , en van goud , en van kostelijkheden , met vaste steden in Juda ; maar het koninkrijk gaf hij Joram , omdat hij deeerstgeborene was . * Als Joram tot het koninkrijk zijns vaders opgekomen was , en zich versterkt had , zo doodde hij al zijn broederen met het zwaard , mitsgaders ook enige van devorsten van Israel . * Twee en dertig jaar was Joram oud , toen hij koning werd , en hij regeerde acht jaren te Jeruzalem . * En hij wandelde in de weg der koningen van Israel , gelijk als het huis van Achab deed ; want hij had de dochter van Achab tot een vrouw ; en hij deed dat kwaadwas in de ogen des HEEREN . * Doch de HEERE wilde het huis Davids niet verderven , om des verbonds wil , dat Hij met David gemaakt had ; en gelijk als Hij gezegd had , hem en zijn zonen te allendage een lamp te zullen geven . * In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda , en zij maakten over zich een koning . * Daarom toog Joram voort met zijn oversten , en al de wagenen met hem ; en hij maakte zich des nachts op , en sloeg de Edomieten , die rondom hem waren , en deoversten der wagenen . * Evenwel vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda , tot op dezen dag ; toen ter zelfder tijd viel Libna af , van onder zijn gebied , want hij had den HEERE ,den God zijner vaderen , verlaten . * Ook maakte hij hoogten op de bergen van Juda ; en hij deed de inwoners van Jeruzalem hoereren , ja , hij dreef Juda daartoe . * Zo kwam een schrift tot hem van den profeet Elia , zeggende : Alzo zegt de HEERE , de God van uw vader David : Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat , enin de wegen van Asa , den koning van Juda , niet gewandeld hebt ; * Maar hebt gewandeld in den weg der koningen van Israel , en hebt Juda en de inwoners van Jeruzalem doen hoereren , achtervolgens het hoereren van het huis vanAchab ; en ook uw broederen , van uws vaders huis , gedood hebt , die beter waren dan gij ; * Zie , de HEERE zal u plagen met een grote plage aan uw volk , en aan uw kinderen , en aan uw vrouwen , en aan al uw have . * Gij zult ook in grote krankheden zijn , door de krankheid uwer ingewanden , totdat uw ingewanden uitgaan vanwege de krankheid , jaar op jaar . * Zo verwekte de HEERE tegen Joram den geest der Filistijnen en der Arabieren , die aan de zijde der Moren zijn . * Die togen op in Juda , en braken daarin , en voerden alle have weg , die in het huis des konings gevonden werd , zelfs ook zijn kinderen , en zijn vrouwen ; zodat hemgeen zoon overgelaten werd , dan Joahaz , de kleinste zijner zonen . * En na dit alles plaagde hem de HEERE in zijn ingewand met een krankheid , daar geen genezen aan was . * Dit geschiedde van jaar tot jaar , zodat , wanneer de tijd van het einde der twee jaren uitging , zijn ingewanden met de krankheid uitgingen , dat hij stierf van bozekrankheden ; en zijn volk maakte hem gene branding , als de branding zijner vaderen . * Hij was twee en dertig jaren oud , als hij koning werd , en regeerde acht jaren te Jeruzalem ; en hij ging henen zonder begeerd te zijn ; en zij begroeven hem in de stadDavids , maar niet in de graven der koningen . * * Daarna ontsliep Josafat met zijn vaderen , en werd begraven bij zijn vaderen in de stad Davids ; en zijn zoon Joram werd koning in zijn plaats . * En hij had broederen , Josafats zonen , Azarja , en Jehiel , en Zecharja , en Azarjahu , en Michael , en Sefatja ; deze allen waren zonen van Josafat , den koning vanIsrael . * En hun vader had hun vele gaven gegeven van zilver , en van goud , en van kostelijkheden , met vaste steden in Juda ; maar het koninkrijk gaf hij Joram , omdat hij deeerstgeborene was . * Als Joram tot het koninkrijk zijns vaders opgekomen was , en zich versterkt had , zo doodde hij al zijn broederen met het zwaard , mitsgaders ook enige van devorsten van Israel . * Twee en dertig jaar was Joram oud , toen hij koning werd , en hij regeerde acht jaren te Jeruzalem . * En hij wandelde in de weg der koningen van Israel , gelijk als het huis van Achab deed ; want hij had de dochter van Achab tot een vrouw ; en hij deed dat kwaadwas in de ogen des HEEREN . * Doch de HEERE wilde het huis Davids niet verderven , om des verbonds wil , dat Hij met David gemaakt had ; en gelijk als Hij gezegd had , hem en zijn zonen te allendage een lamp te zullen geven . * In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda , en zij maakten over zich een koning . * Daarom toog Joram voort met zijn oversten , en al de wagenen met hem ; en hij maakte zich des nachts op , en sloeg de Edomieten , die rondom hem waren , en deoversten der wagenen . * Evenwel vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda , tot op dezen dag ; toen ter zelfder tijd viel Libna af , van onder zijn gebied , want hij had den HEERE ,den God zijner vaderen , verlaten . * Ook maakte hij hoogten op de bergen van Juda ; en hij deed de inwoners van Jeruzalem hoereren , ja , hij dreef Juda daartoe . * Zo kwam een schrift tot hem van den profeet Elia , zeggende : Alzo zegt de HEERE , de God van uw vader David : Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat , enin de wegen van Asa , den koning van Juda , niet gewandeld hebt ; * Maar hebt gewandeld in den weg der koningen van Israel , en hebt Juda en de inwoners van Jeruzalem doen hoereren , achtervolgens het hoereren van het huis vanAchab ; en ook uw broederen , van uws vaders huis , gedood hebt , die beter waren dan gij ; * Zie , de HEERE zal u plagen met een grote plage aan uw volk , en aan uw kinderen , en aan uw vrouwen , en aan al uw have . * Gij zult ook in grote krankheden zijn , door de krankheid uwer ingewanden , totdat uw ingewanden uitgaan vanwege de krankheid , jaar op jaar . * Zo verwekte de HEERE tegen Joram den geest der Filistijnen en der Arabieren , die aan de zijde der Moren zijn . * Die togen op in Juda , en braken daarin , en voerden alle have weg , die in het huis des konings gevonden werd , zelfs ook zijn kinderen , en zijn vrouwen ; zodat hemgeen zoon overgelaten werd , dan Joahaz , de kleinste zijner zonen . * En na dit alles plaagde hem de HEERE in zijn ingewand met een krankheid , daar geen genezen aan was . * Dit geschiedde van jaar tot jaar , zodat , wanneer de tijd van het einde der twee jaren uitging , zijn ingewanden met de krankheid uitgingen , dat hij stierf van bozekrankheden ; en zijn volk maakte hem gene branding , als de branding zijner vaderen . * Hij was twee en dertig jaren oud , als hij koning werd , en regeerde acht jaren te Jeruzalem ; en hij ging henen zonder begeerd te zijn ; en zij begroeven hem in de stadDavids , maar niet in de graven der koningen .

Seeker Overlay: Off On

[Bookof2Chronicles] [2Chronicles:21] [2Chronicles:22] [2Chronicles:23] [Discuss] Tag 2Chronicles:22 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: