2Kings:23
Seeker Overlay ON
*
Manasse was twaalf jaren oud ,
toen hij koning werd ,
en hij regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem ;
en de naam zijner moeder was Hefzi-bah .
*
En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN ,
naar de gruwelen der heidenen ,
die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels uit de bezittingverdreven had .
*
Want hij bouwde de hoogten weder op ,
die Hizkia ,
zijn vader ,
verdorven had ;
en hij richtte Baal altaren op ,
en maakte een bos ,
gelijk als Achab ,
de koning vanIsrael ,
gemaakt had ,
en boog zich neder voor het heir des hemels ,
en diende ze .
*
En hij bouwde altaren in het huis des HEEREN ,
waarvan de HEERE gezegd had :
te Jeruzalem zal Ik Mijn Naam zetten .
*
Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels ,
in beide de voorhoven van het huis des HEEREN .
*
Ja ,
hij deed zijn zoon door het vuur gaan ,
en pleegde guichelarij en gaf op vogelgeschrei acht ;
en hij stelde waarzeggers en duivelskunstenaren ;
hij deed zeer veelkwaads in de ogen des HEEREN ,
om Hem tot toorn te verwekken .
*
Hij stelde ook een gesneden beeld van het bos ,
dat hij gemaakt had ,
in het huis waarvan de HEERE gezegd had tot David ,
en tot zijn zoon Salomo :
In dit huis ,
en inJeruzalem ,
die Ik uit alle stammen van Israel verkoren heb ,
zal Ik Mijn Naam zetten in eeuwigheid .
*
En Ik zal niet voortvaren den voet van Israel te bewegen uit dit land ,
dat Ik hun vaderen gegeven heb ;
alleenlijk ,
zo zij waarnemen te doen ,
naar alles ,
wat Ik hungeboden heb ,
en naar de ganse wet ,
die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft .
*
Maar zij hoorden niet ;
want Manasse deed hen dwalen ,
dat zij erger deden dan de heidenen ,
die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had .
*
Toen sprak de HEERE door den dienst van Zijn knechten ,
de profeten ,
zeggende :
*
Dewijl dat Manasse ,
de koning van Juda ,
deze gruwelen gedaan heeft ,
erger doende dan al wat de Amorieten gedaan hebben ,
die voor hem geweest zijn ,
ja ,
ookJuda door zijn drekgoden heeft doen zondigen ;
*
Daarom ,
alzo zegt de HEERE ,
de God Israels :
Ziet ,
Ik zal een kwaad over Jeruzalem en Juda brengen ,
dat een ieder ,
die het hoort ,
beide zijn oren klinken zullen .
*
En Ik zal over Jeruzalem het meetsnoer van Samaria trekken ,
mitsgaders het paslood van het huis van Achab ;
en Ik zal Jeruzalem uitwissen ,
gelijk als men eenschotel uitwist ;
men wist dien uit ,
en men keert hem om op zijn holligheid .
*
En Ik zal het overblijfsel Mijns erfdeels verlaten ,
en zal ze in de hand hunner vijanden geven ;
en zij zullen tot een roof en plundering worden al hun vijanden .
*
Daarom ,
dat zij gedaan hebben dat kwaad was in Mijn ogen ,
en Mij tot toorn verwekt hebben ,
van dien dag ,
dat hun vaderen van Egypte uitgegaan zijn ,
ook tot opdezen dag toe .
*
Daartoe vergoot Manasse ook zeer veel onschuldig bloed ,
totdat hij Jeruzalem van het ene einde tot het andere vervuld had ;
behalve zijn zonde ,
die hij Juda zondigendeed ,
doende wat kwaad was in de ogen des HEEREN .
*
Het overige der geschiedenissen van Manasse ,
en al wat hij gedaan heeft ,
en zijn zonde ,
die hij gezondigd heeft ,
zijn die niet geschreven in het boek der kroniekender koningen van Juda ?
*
En Manasse ontsliep met zijn vaderen ,
en werd begraven in den hof van zijn huis ,
in den hof van Uzza ;
en zijn zoon Amon werd koning in zijn plaats .
*
Amon was twee en twintig jaren oud ,
toen hij koning werd ,
en hij regeerde twee jaren te Jeruzalem ;
en de naam zijner moeder was Mesullemet ,
een dochter vanHaruz van Jotba .
*
En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN ;
gelijk als zijn vader Manasse gedaan had .
*
Want hij wandelde in al den weg ,
dien zijn vader gewandeld had ,
en hij diende de drekgoden ,
die zijn vader gediend had ,
en hij boog zich voor die neder .
*
Zo verliet hij den HEERE ,
den God zijner vaderen ,
en hij wandelde niet in den weg des HEEREN .
*
En de knechten van Amon maakten een verbintenis tegen hem ,
en zij doodden den koning in zijn huis .
*
Maar het volk des lands versloeg allen ,
die tegen den koning Amon een verbintenis gemaakt hadden ;
en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijnplaats .
*
Het overige nu der geschiedenissen van Amon ,
wat hij gedaan heeft ,
zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda ?
*
En men begroef hem in zijn graf ,
in den hof van Uzza ;
en zijn zoon Josia werd koning in zijn plaats .
2 Koningen 22