2Samuel:18:19-19:8




dutch@2Samuel:18:19 @ Toen zeide Ahimaaz, Zadoks zoon: Laat mij toch heenlopen, en den koning boodschappen, dat de HEERE hem recht gedaan heeft van de hand zijner vijanden.

dutch@2Samuel:18:20 @ Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen,daarom dat des konings zoon dood is.

dutch@2Samuel:18:21 @ En Joab zeide tot Cuschi: Ga heen, en zeg den koning aan, wat gij gezien hebt; en Cuschi boog zich voor Joab, en liep heen.

dutch@2Samuel:18:22 @ Doch Ahimaaz, Zadoks zoon, voer nog voort en zeide tot Joab: Wat het ook zij, laat mij toch ook Cuschi achterna lopen. En Joab zeide: Waarom zoudt gij nuheenlopen, mijn zoon! Zo gij toch geen bekwame boodschap hebt?

dutch@2Samuel:18:23 @ Wat het ook zij, zeide hij, laat mij heenlopen; zo zeide hij tot hem: Loop heen. En Ahimaaz liep den weg van het effen veld, en kwam Cuschi voorbij.

dutch@2Samuel:18:24 @ David nu zat tussen de twee poorten; en de wachter ging op het dak der poort aan den muur, en hief zijn ogen op, en zag, en ziet, er liep een man alleen.

dutch@2Samuel:18:25 @ Zo riep de wachter, en zeide het den koning aan; en de koning zeide: Indien hij alleen is, zo is er een boodschap in zijn mond; en hij ging al voort en naderde.

dutch@2Samuel:18:26 @ Toen zag de wachter een anderen man lopende, en de wachter riep tot den poortier en zeide: Zie, er loopt nog een man alleen. Toen zeide de koning: Die isook een boodschapper.

dutch@2Samuel:18:27 @ Voorts zeide de wachter: Ik zie den loop des eersten aan, als den loop van Ahimaaz, Zadoks zoon. Toen zeide de koning: Dat is een goed man, en hij zal meteen goede boodschap komen.

dutch@2Samuel:18:28 @ Ahimaaz dan riep en zeide tot den koning Vrede! En hij boog zich voor den koning met het aangezicht ter aarde, en hij zeide: Geloofd zij de HEERE, uw God,Die de mannen, dewelke hun hand tegen mijn heer den koning ophieven, heeft overgegeven.

dutch@2Samuel:18:29 @ Toen zeide de koning: Is het wel met den jongeling, met Absalom? En Ahimaaz zeide: Ik zag een groot rumoer, als Joab, den knecht des konings, en mij uwknecht afzond, maar ik weet niet wat.

dutch@2Samuel:18:30 @ En de koning zeide: Ga om, stel u hier; zo ging hij om, en bleef staan.

dutch@2Samuel:18:31 @ En ziet, Cuschi kwam aan; en Cuschi zeide: Mijn heer den koning wordt geboodschapt, dat u de HEERE heden heeft recht gedaan van de hand van al degenen,die tegen u opstonden.

dutch@2Samuel:18:32 @ Toen zeide de koning tot Cuschi: Is het wel met den jongeling, met Absalom? En Cuschi zeide: De vijanden van mijn heer den koning, en allen, die tegen u tenkwade opstaan, moeten worden als die jongeling.

dutch@2Samuel:18:33 @ Toen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal der poort, en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoonAbsalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

dutch@2Samuel:19:1 @ En Joab werd aangezegd: Zie, de koning weent, en bedrijft rouw over Absalom.

dutch@2Samuel:19:2 @ Toen werd de verlossing te dienzelven dage het ganse volk tot rouw; want het volk had te dienzelven dage horen zeggen: Het smart den koning over zijn zoon.

dutch@2Samuel:19:3 @ En het volk kwam te dienzelven dage steelsgewijze in de stad, gelijk als het volk zich wegsteelt, dat beschaamd is, wanneer zij in den strijd gevloden zijn.

dutch@2Samuel:19:4 @ De koning nu had zijn aangezicht toegewonden, en de koning riep met luider stem: Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

dutch@2Samuel:19:5 @ Toen kwam Joab tot den koning in het huis, en zeide: Gij hebt heden beschaamd het aangezicht van al uw knechten, die uw ziel, en de ziel uwer zonen en uwerdochteren, en de ziel uwer vrouwen, en de ziel uwer bijwijven heden hebben bevrijd;

dutch@2Samuel:19:6 @ Liefhebbende die u haten, en hatende die u liefhebben; want gij geeft heden te kennen, dat oversten en knechten bij u niets zijn; want ik merk heden, dat zoAbsalom leefde, en wij heden allen dood waren, dat het alsdan recht zou zijn in uw ogen.

dutch@2Samuel:19:7 @ Zo sta nu op, ga uit, en spreek naar het hart uwer knechten; want ik zweer bij den HEERE, als gij niet uitgaat, zo er een man dezen nacht bij u zal vernachten!En dit zal u kwader zijn, dan al het kwaad, dat over u gekomen is van uw jeugd af tot nu toe.

dutch@2Samuel:19:8 @ Toen stond de koning op, en zette zich in de poort. En zij lieten al het volk weten, zeggende: Ziet, de koning zit in de poort. Toen kwam al het volk voor deskonings aangezicht, maar Israel was gevloden, een iegelijk naar zijn tenten.


Seeker Overlay: Off On

[Bookof2Samuel] [2Samuel:17] [2Samuel:2Samuel] [2Samuel:19] [Discuss] Tag 2Samuel:18:19-19:8 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: