Deuteronomy:9:7-10:11




dutch@Deuteronomy:9:7 @ Gedenk, vergeet niet, dat gij den HEERE, uw God, in de woestijn, zeer vertoornd hebt; van dien dag af, dat gij uit Egypteland uitgegaan zijt, totdat gij kwaamt aandeze plaats, zijt gijlieden wederspannig geweest tegen den HEERE.

dutch@Deuteronomy:9:8 @ Want aan Horeb vertoorndet gij den HEERE zeer, dat Hij Zich tegen u vertoornde, om u te verdelgen.

dutch@Deuteronomy:9:9 @ Als ik op den berg geklommen was, om te ontvangen de stenen tafelen, de tafelen des verbonds, dat de HEERE met ulieden gemaakt had, toen bleef ik veertigdagen en veertig nachten op den berg, at geen brood, en dronk geen water.

dutch@Deuteronomy:9:10 @ En de HEERE gaf mij de twee stenen tafelen, met Gods vinger beschreven; en op dezelve, naar al de woorden, die de HEERE op den berg, uit het midden desvuurs, ten dage der verzameling, met ulieden gesproken had.

dutch@Deuteronomy:9:11 @ Zo geschiedde het, ten einde van veertig dagen en veertig nachten, als mij de HEERE de twee stenen tafelen, de tafelen des verbonds, gaf,

dutch@Deuteronomy:9:12 @ Dat de HEERE tot mij zeide: Sta op, ga haastelijk af van hier; want uw volk, dat gij uit Egypte hebt uitgevoerd, heeft het verdorven; zij zijn haastelijk afgeweken vanden weg, dien Ik hun geboden had; zij hebben zich een gegoten beeld gemaakt.

dutch@Deuteronomy:9:13 @ Voorts sprak de HEERE tot mij, zeggende: Ik heb dit volk aangemerkt, en zie, het is een hardnekkig volk.

dutch@Deuteronomy:9:14 @ Laat van Mij af, dat Ik hen verdelge, en hun naam van onder den hemel uitdoe; en Ik zal u tot een machtiger en meerder volk maken, dan dit is.

dutch@Deuteronomy:9:15 @ Toen keerde ik mij, en ging van den berg af; de berg nu brandde van vuur, en de twee tafelen des verbonds waren op beide mijn handen.

dutch@Deuteronomy:9:16 @ En ik zag toe, en ziet, gij hadt tegen den HEERE, uw God, gezondigd; gij hadt u een gegoten kalf gemaakt; gij waart haastelijk afgeweken van den weg, dien u deHEERE geboden had.

dutch@Deuteronomy:9:17 @ Toen vatte ik de twee tafelen, en wierp ze heen uit beide mijn handen, en brak ze voor uw ogen.

dutch@Deuteronomy:9:18 @ En ik wierp mij neder voor het aangezicht des HEEREN, als in het eerst, veertig dagen en veertig nachten; ik at geen brood, en dronk geen water; om al uw zonde,die gij hadt gezondigd, doende dat kwaad is in des HEEREN ogen, om Hem tot toorn te verwekken.

dutch@Deuteronomy:9:19 @ Want ik vreesde vanwege den toorn en de grimmigheid waarmede de HEERE zeer op ulieden vertoornd was, om u te verdelgen; doch de HEERE verhoorde mijook op dat maal.

dutch@Deuteronomy:9:20 @ Ook vertoornde Zich de HEERE zeer tegen Aaron, om hem te verdelgen; doch ik bad ook ter zelver tijd voor Aaron.

dutch@Deuteronomy:9:21 @ Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt gemaakt, nam ik, en verbrandde het met vuur, en stampte het, malende het wel, totdat het verdund werd tot stof; en zijn stofwierp ik in de beek, die van den berg afvliet.

dutch@Deuteronomy:9:22 @ Ook vertoorndet gij den HEERE zeer te Thab-era en te Massa, en te Kibroth-Thaava.

dutch@Deuteronomy:9:23 @ Voorts als de HEERE ulieden zond uit dat land, dat Ik u gegeven heb; zo waart gij den mond des HEEREN, uws Gods, wederspannig, en geloofdet Hem niet, enwaart Zijn stem niet gehoorzaam.

dutch@Deuteronomy:9:24 @ Wederspannig zijt gij geweest tegen den HEERE, van de dag af, dat ik u gekend heb.

dutch@Deuteronomy:9:25 @ En ik wierp mij neder voor des HEEREN aangezicht, die veertig dagen en veertig nachten, in welke ik mij nederwierp, dewijl de HEERE gezegd had, dat Hij uverdelgen zou.

dutch@Deuteronomy:9:26 @ En ik bad tot den HEERE, en zeide: Heere, HEERE, verderf Uw volk en Uw erfdeel niet, dat Gij door Uw grootheid verlost hebt; dat Gij uit Egypte door een sterkehand hebt uitgevoerd.

dutch@Deuteronomy:9:27 @ Gedenk aan Uw knechten, Abraham, Izak en Jakob; zie niet op de hardigheid dezes volks, noch op zijn goddeloosheid, noch op zijn zonde;

dutch@Deuteronomy:9:28 @ Opdat het land, van waar Gij ons hebt uitgevoerd, niet zegge: Omdat ze de HEERE niet kon brengen in het land, waarvan Hij hun gesproken had, en omdat Hij henhaatte, heeft Hij ze uitgevoerd, om hen te doden in de woestijn.

dutch@Deuteronomy:9:29 @ Zij zijn toch Uw volk, en Uw erfdeel, dat Gij door Uw grote kracht, en door Uw uitgestrekten arm hebt uitgevoerd!

dutch@Deuteronomy:10:1 @ Ter zelver tijd zeide de HEERE tot mij: Houw u twee stenen tafelen, als de eerste, en klim tot Mij op dezen berg; daarna zult gij u een kist van hout maken.

dutch@Deuteronomy:10:2 @ En Ik zal op die tafelen schrijven de woorden, die geweest zijn op de eerste tafelen, die gij gebroken hebt; en gij zult ze leggen in die kist.

dutch@Deuteronomy:10:3 @ Alzo maakte ik een kist van sittimhout, en hieuw twee stenen tafelen als de eerste; en ik klom op den berg, en de twee tafelen waren in mijn hand.

dutch@Deuteronomy:10:4 @ Toen schreef Hij op de tafelen, naar het eerste schrift, de tien woorden, die de HEERE, ten dage der verzameling, op den berg, uit het midden des vuurs, tot uliedengesproken had; en de HEERE gaf ze mij.

dutch@Deuteronomy:10:5 @ En ik keerde mij, en ging af van den berg, en legde de tafelen in de kist, die ik gemaakt had; en aldaar zijn zij, gelijk als de HEERE mij geboden heeft.

dutch@Deuteronomy:10:6 @ (En de kinderen Israels reisden van Beeroth-Bene-jaakan en Mosera. Aldaar stierf Aaron, en werd aldaar begraven; en zijn zoon Eleazar bediende het priesterambtin zijn plaats.

dutch@Deuteronomy:10:7 @ Van daar reisden zij naar Gudgod, en van Gudgod naar Jotbath, een land van waterbeken.)

dutch@Deuteronomy:10:8 @ Ter zelver tijd scheidde de HEERE den stam Levi uit, om de ark des verbonds des HEEREN te dragen, om voor het aangezicht des HEEREN te staan, om Hem tedienen, en om in Zijn Naam te zegenen, tot op dezen dag.

dutch@Deuteronomy:10:9 @ Daarom heeft Levi geen deel noch erve met zijn broederen; de HEERE is zijn Erfdeel, gelijk als de HEERE, uw God, tot hem gesproken heeft.

dutch@Deuteronomy:10:10 @ En ik stond op den berg, als de vorige dagen, veertig dagen en veertig nachten; en de HEERE verhoorde mij ook op datzelve maal; de HEERE heeft u niet willenverderven.

dutch@Deuteronomy:10:11 @ Maar de HEERE zeide tot mij: Sta op, ga op de reize, voor het aangezicht des volks, dat zij inkomen, en erven het land, dat Ik hun vaderen gezworen heb, hun tegeven.


Seeker Overlay: Off On

[BookofDeuteronomy] [Deuteronomy:8] [Deuteronomy:Deuteronomy] [Deuteronomy:10] [Discuss] Tag Deuteronomy:9:7-10:11 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: