Ezekiel:28:1-19




dutch@Ezekiel:28:1 @ Voorts geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

dutch@Ezekiel:28:2 @ Mensenkind! zeg tot den vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere HEERE: Omdat uw hart zich verheft en zegt: Ik ben God, ik zit in Godes stoel, in het hart der zeeen! daar gij een mensen geen God zijt, stelt gij nochtans uw hart, als Gods hart.

dutch@Ezekiel:28:3 @ Zie, gij zijt wijzer dan Daniel; zij hebben niets toegeslotens voor u verborgen.

dutch@Ezekiel:28:4 @ Door uw wijsheid en door uw verstand, hebt gij vermogen voor u verkregen; ja, gij hebt goud en zilver verkregen in uw schatten.

dutch@Ezekiel:28:5 @ Door de grootheid uwer wijsheid in uw koophandel hebt gij uw vermogen vermeerderd, en uw hart verheft zich vanwege uw vermogen.

dutch@Ezekiel:28:6 @ Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Omdat gij uw hart gesteld hebt als Gods hart;

dutch@Ezekiel:28:7 @ Daarom zie, Ik zal vreemden over u brengen, de tirannigste der heidenen; die zullen hun zwaarden uittrekken over de schoonheid uwer wijsheid, en zullen uw glans ontheiligen.

dutch@Ezekiel:28:8 @ Ter groeve zullen zij u doen nederdalen; en gij zult sterven den dood eens verslagenen in het hart der zeeen.

dutch@Ezekiel:28:9 @ Zult gij dan enigszins, voor het aangezicht uws doodslagers, zeggen: Ik ben God? daar gij een mens zijt en geen God, in de hand desgenen, die u verslaat?

dutch@Ezekiel:28:10 @ Gij zult den dood der onbesnedenen sterven; door de hand der vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE.

dutch@Ezekiel:28:11 @ Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

dutch@Ezekiel:28:12 @ Mensenkind! hef een klaaglied op over den koning van Tyrus, en zeg tot hem: Zo zegt de Heere HEERE: Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid!

dutch@Ezekiel:28:13 @ Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostelijk gesteente was uw deksel, sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen, ensmaragden, en goud; het werk uwer trommelen en uwer pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt, waren zij bereid.

dutch@Ezekiel:28:14 @ Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub; en Ik had u alzo gezet; gij waart op Gods heiligen berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen.

dutch@Ezekiel:28:15 @ Gij waart volkomen in uw wegen, van den dag af, dat gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is.

dutch@Ezekiel:28:16 @ Door de veelheid uws koophandels hebben zij het midden van u met geweld vervuld, en gij hebt gezondigd; daarom zal Ik u ontheiligen van Gods berg, en zal u, gijoverdekkende cherub! verdoen uit het midden der vurige stenen!

dutch@Ezekiel:28:17 @ Uw hart verheft zich over uw schoonheid; gij hebt uw wijsheid bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht der koningengesteld, om op u te zien.

dutch@Ezekiel:28:18 @ Vanwege de veelheid uwer ongerechtigheden, door het onrecht uws koophandels, hebt gij uw heiligdommen ontheiligd; daarom heb Ik een vuur uit het midden van u doenvoortkomen, dat u heeft verteerd, en Ik heb u gemaakt tot as op de aarde, voor de ogen van al degenen, die u zien.

dutch@Ezekiel:28:19 @ Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid.


Seeker Overlay: Off On

[BookofEzekiel] [Ezekiel:27] [Ezekiel:28] [Ezekiel:29] [Discuss] Tag Ezekiel:28:1-19 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: