dutch - Habakkuk:1:5-11

dutch@Habakkuk:1:5 @ Ziet onder de heidenen, en aanschouwt, en verwondert u, verwondert u, want Ik werk een werk in ulieder dagen, [hetwelk] gij niet geloven zult, als het verteld zal worden.

dutch@Habakkuk:1:6 @ Want ziet, Ik verwek de Chaldeen, een bitter en snel volk, trekkende door de breedten der aarde, om erfelijk te bezitten woningen, die de zijne niet zijn.

dutch@Habakkuk:1:7 @ Schrikkelijk en vreselijk is hetzelve; zijn recht en zijn hoogheid gaat van hemzelven uit.

dutch@Habakkuk:1:8 @ Want zijn paarden zijn lichter dan de luipaarden, en zij zijn scherper dan de avondwolven, en zijn ruiters verspreiden zich; ja, zijn ruiters zullen van verre komen, zij zullen vliegen als een arend, zich spoedende om te eten.

dutch@Habakkuk:1:9 @ Het zal geheellijk tot geweld komen, wat zij inslorpen zullen met hun aangezichten, [zullen] [zij] [brengen] naar het oosten; en het zal de gevangenen verzamelen als zand.

dutch@Habakkuk:1:10 @ En hij zal de koningen beschimpen, en de prinsen zullen hem een belaching zijn; hij zal alle vesting belachen; want hij zal stof vergaderen, en hij zal ze innemen.

dutch@Habakkuk:1:11 @ Dan zal hij den geest veranderen, en hij zal doortrekken, en zich schuldig maken, [houdende] deze zijn kracht voor zijn God.