Jeremiah:38:14-28



Seeker Overlay ON

* Toen zond de koning Zedekia henen , en liet den profeet Jeremia tot zich halen , in den derden ingang , die aan des HEEREN huis was ; en de koning zeide tot Jeremia : Ik zal ueen ding vragen , verheel geen ding voor mij . * En Jeremia zeide tot Zedekia : Als ik het u verklaren zal , zult gij mij niet zekerlijk doden ? En als ik u raad zal geven , gij zult toch naar mij niet horen . * Toen zwoer de koning Zedekia aan Jeremia in het verborgene , zeggende : Zo waarachtig als de HEERE leeft , Die ons deze ziel gemaakt heeft : Indien ik u zal doden , of indien iku zal overgeven in de hand dezer mannen , die uw ziel zoeken ! * Jeremia dan zeide tot Zedekia : Zo zegt de HEERE , de God der heirscharen , de God Israels : Indien gij gewilliglijk tot de vorsten des koning van Babel zult uitgaan , zo zal uw zielleven , en deze stad zal niet verbrand worden met vuur ; en gij zult leven , gij en uw huis . * Maar indien gij tot de vorsten des konings van Babel niet zult uitgaan , zo zal deze stad gegeven worden in de hand der Chaldeen , en zij zullen ze met vuur verbranden ; ook zult gijvan hunlieder hand niet ontkomen . * En de koning Zedekia zeide tot Jeremia : Ik ben bevreesd voor de Joden , die tot de Chaldeen gevallen zijn , dat zij mij misschien in derzelver hand overgeven , en zij den spot metmij drijven . * En Jeremia zeide : Zij zullen u niet overgeven ; wees toch gehoorzaam aan de stem des HEEREN , naar dewelke ik tot u spreek ; zo zal het u welgaan , en uw ziel zal leven . * Maar indien gij weigert uit te gaan , zo is dit het woord , dat de HEERE mij heeft doen zien ; * Ziedaar , al de vrouwen , die in het huis des konings van Juda zijn overgebleven , zullen uitgevoerd worden tot de vorsten des konings van Babel ; en dezelve zullen zeggen : Uwvredegenoten hebben u aangehitst , en hebben u overmocht ; uw voeten zijn in den modder gezonken ; zij zijn achterwaarts gekeerd ! * Zij zullen dan al uw vrouwen en al uw zonen tot de Chaldeen uitvoeren ; ook zult gij zelf van hun hand niet ontkomen ; maar gij zult door de hand des konings van Babel gegrepenworden , en gij zult deze stad met vuur verbranden . * Toen zeide Zedekia tot Jeremia : Dat niemand wete van deze woorden , zo zult gij niet sterven . * En als de vorsten zullen horen , dat ik met u gesproken heb , en tot u komen , en tot u zeggen : Verklaar ons nu , wat hebt gij tot den koning gesproken ? verheel het niet voor ons , zozullen wij u niet doden ; en wat heeft de koning tot u gesproken ? * Zo zult gij tot hen zeggen : Ik wierp mijn smeking voor des konings aangezicht neder , dat hij mij niet zou weder laten brengen in Jonathans huis , om aldaar te sterven . * Als dan al de vorsten tot Jeremia kwamen , en hem vraagden , verklaarde hij hun , naar al deze woorden , die de koning geboden had ; en zij lieten van hem af , omdat de zaak nietwas gehoord . * En Jeremia bleef in het voorhof der bewaring tot op den dag , dat Jeruzalem werd ingenomen ; en hij was er nog , als Jeruzalem was ingenomen .

Seeker Overlay: Off On

[BookofJeremiah] [Jeremiah:37] [Jeremiah:38] [Jeremiah:39] [Discuss] Tag Jeremiah:38:14-28 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: