John:11:17-37
Seeker Overlay ON
*
Jezus dan ,
gekomen zijnde ,
vond ,
dat hij nu vier dagen in het graf geweest was .
* (
Bethanie nu was nabij Jeruzalem ,
omtrent vijftien stadien van daar .)
*
En velen uit de Joden waren gekomen tot Martha en Maria ,
opdat zij haar vertroosten zouden over haar broeder .
*
Martha dan ,
als zij hoorde ,
dat Jezus kwam ,
ging Hem tegemoet ;
doch Maria bleef in huis zitten .
*
Zo zeide Martha dan tot Jezus :
Heere ,
waart Gij hier geweest ,
zo ware mijn broeder niet gestorven ;
*
Maar ook nu weet ik ,
dat alles ,
wat Gij van God begeren zult ,
God U het geven zal .
*
Jezus zeide tot haar :
Uw broeder zal wederopstaan .
*
Martha zeide tot Hem :
Ik weet ,
dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage .
*
Jezus zeide tot haar :
Ik ben de Opstanding en het Leven ;
die in Mij gelooft zal leven ,
al ware hij ook gestorven ;
*
En een iegelijk ,
die leeft ,
en in Mij gelooft ,
zal niet sterven in der eeuwigheid .
Gelooft gij dat ?
*
Zij zeide tot Hem :
Ja ,
Heere ;
ik heb geloofd ,
dat Gij zijt de Christus ,
de Zone Gods ,
Die in de wereld komen zou .
*
En dit gezegd hebbende ,
ging zij heen ,
en riep Maria ,
haar zuster ,
heimelijk ,
zeggende :
De Meester is daar ,
en Hij roept u .
*
Deze ,
als zij dat hoorde ,
stond haastelijk op ,
en ging tot Hem .
* (
Jezus nu was nog in het vlek niet gekomen ,
maar was in de plaats ,
waar Hem Martha tegemoet gekomen was .)
*
De Joden dan ,
die met haar in het huis waren ,
en haar vertroostten ,
ziende Maria ,
dat zij haastelijk opstond en uitging ,
volgden haar ,
zeggende :
Zij gaat naar hetgraf ,
opdat zij aldaar wene .
*
Maria dan ,
als zij kwam ,
waar Jezus was ,
en Hem zag ,
viel aan Zijn voeten ,
zeggende tot Hem :
Heere ,
indien Gij hier geweest waart ,
zo ware mijn broeder nietgestorven .
*
Jezus dan ,
als Hij haar zag wenen ,
en de Joden ,
die met haar kwamen ,
ook wenen ,
werd zeer bewogen in den geest ,
en ontroerde Zichzelven ;
*
En zeide :
Waar hebt gij hem gelegd ?
Zij zeiden tot Hem :
Heere ,
kom en zie het .
*
Jezus weende .
*
De Joden dan zeiden :
Ziet ,
hoe lief Hij hem had !
*
En sommigen uit hen zeiden :
Kon Hij ,
Die de ogen des blinden geopend heeft ,
niet maken ,
dat ook deze niet gestorven ware ?