John:19:1-16
Seeker Overlay ON
*
Toen nam Pilatus dan Jezus ,
en geselde Hem .
*
En de krijgsknechten ,
een kroon van doornen gevlochten hebbende ,
zetten die op Zijn hoofd ,
en wierpen Hem een purperen kleed om ;
*
En zeiden :
Wees gegroet ,
Gij Koning der Joden !
En zij gaven Hem kinnebakslagen .
*
Pilatus dan kwam wederom uit ,
en zeide tot hen :
Ziet ,
ik breng Hem tot ulieden uit ,
opdat gij wetet ,
dat ik in Hem geen schuld vinde .
*
Jezus dan kwam uit ,
dragende de doornenkroon ,
en het purperen kleed .
En Pilatus zeide tot hen :
Ziet ,
de Mens !
*
Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen ,
riepen zij ,
zeggende :
Kruis Hem ,
kruis Hem !
Pilatus zeide tot hen :
Neemt gijlieden Hem en kruist Hem ;
want ik vind in Hem geen schuld .
*
De Joden antwoordden hem :
Wij hebben een wet ,
en naar onze wet moet Hij sterven ,
want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt .
*
Toen Pilatus dan dit woord hoorde ,
werd hij meer bevreesd ;
*
En ging wederom in het rechthuis ,
en zeide tot Jezus :
Van waar zijt Gij ?
Maar Jezus gaf hem geen antwoord .
*
Pilatus dan zeide tot Hem :
Spreekt Gij tot mij niet ?
Weet Gij niet ,
dat ik macht heb U te kruisigen ,
en macht heb U los te laten ?
*
Jezus antwoordde :
Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij ,
indien het u niet van boven gegeven ware ;
daarom die Mij aan u heeft overgeleverd ,
heeft groterzonde .
*
Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten ;
maar de Joden riepen ,
zeggende :
Indien gij Dezen loslaat ,
zo zijt gij des keizers vriend niet ;
een iegelijk ,
diezichzelven koning maakt ,
wederspreekt den keizer .
*
Als Pilatus dan dit woord hoorde ,
bracht hij Jezus uit ,
en zat neder op den rechterstoel ,
in de plaats ,
genaamd Lithostrotos ,
en in het Hebreeuws Gabbatha .
*
En het was de voorbereiding van het pascha ,
en omtrent de zesde ure ;
en hij zeide tot de Joden :
Ziet ,
uw Koning !
*
Maar zij riepen :
Neem weg ,
neem weg ,
kruis Hem !
Pilatus zeide tot hen :
Zal ik uw Koning kruisigen ?
De overpriesters antwoordden :
Wij hebben geen koning ,
dan den keizer .
*
Toen gaf hij Hem dan hun over ,
opdat Hij gekruist zou worden .
En zij namen Jezus ,
en leidden Hem weg .