John:9:35-41
dutch@John:9:35 @ Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden, en hem vindende, zeide Hij tot hem: Gelooft gij in den Zoon van God?
dutch@John:9:36 @ Hij antwoordde en zeide: Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven?
dutch@John:9:37 @ En Jezus zeide tot Hem: En gij hebt Hem gezien, en Die met u spreekt, Dezelve is het.
dutch@John:9:38 @ En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem.
dutch@John:9:39 @ En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden.
dutch@John:9:40 @ En dit hoorden enigen uit de Farizeen, die bij Hem waren, en zeiden tot Hem: Zijn wij dan ook blind?
dutch@John:9:41 @ Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde. Johannes 10