Joshua:13:1-7
Seeker Overlay ON
*
Jozua nu was oud ,
wel bedaagd ;
en de HEERE zeide tot hem :
Gij zijt oud geworden ,
welbedaagd ,
en er is zeer veel lands overgebleven ,
om dat erfelijk te bezitten .
*
Dit is het land ,
dat overgebleven is ;
al de grenzen der Filistijnen en het ganse Gesuri .
*
Van de Sichor ,
die voor aan Egypte is ,
tot aan de landpale van Ekron tegen het noorden ,
dat den Kanaanieten toegerekend wordt ;
vijf vorsten der Filistijnen ,
deGazatiet en Asdodiet ,
de Askeloniet ,
de Gathiet en Ekroniet ,
en de Avvieten .
*
Van het zuiden ,
het ganse land der Kanaanieten ,
en Meara ,
die van de Sidoniers is ,
tot Afek toe ,
tot aan de landpale der Amorieten .
*
Daartoe het land der Giblieten ,
en de ganse Libanon tegen den opgang der zon ,
van Baal-Gad ,
onder aan den berg Hermon ,
tot aan den ingang van Hamath .
*
Allen ,
die op het gebergte wonen van den Libanon aan tot Misrefoth-maim toe ,
al de Sidoniers ;
Ik zal hen verdrijven van het aangezicht der kinderen Israels ;
alleenlijk maak ,
dat het Israel ten erfdeel valle ,
gelijk als Ik u geboden heb .
*
En nu ,
deel dit land tot een erfdeel aan de negen stammen ,
en aan den halven stam van Manasse ,