Joshua:3-4




dutch@Joshua:3:1 @ Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; en zij vernachtten aldaar, eer zijovertrokken.

dutch@Joshua:3:2 @ En het geschiedde, dat de ambtlieden, op het einde van drie dagen, door het midden des legers gingen;

dutch@Joshua:3:3 @ En zij geboden het volk, zeggende: Wanneer gij de ark des verbonds des HEEREN, uws Gods, ziet, en de Levietische priesters dezelve dragende, verreist gijliedenook van uw plaats, en volgt haar na;

dutch@Joshua:3:4 @ Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaanzult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren en eergisteren.

dutch@Joshua:3:5 @ Jozua zeide ook tot het volk: Heiligt u! want morgen zal de HEERE wonderheden in het midden van ulieden doen.

dutch@Joshua:3:6 @ Desgelijks sprak Jozua tot de priesters, zeggende: Neemt de ark des verbonds op, en gaat door voor het aangezicht van dit volk. Zij dan namen de ark des verbondsop, en zij gingen voor het aangezicht des volks.

dutch@Joshua:3:7 @ Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Dezen dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van gans Israel, opdat zij weten, dat Ik met u zijn zal, gelijk als Ikmet Mozes geweest ben.

dutch@Joshua:3:8 @ Gij dan zult den priesteren, die de ark des verbonds dragen, gebieden, zeggende: Wanneer gijlieden komt tot aan het uiterste van het water van de Jordaan, staat stilin de Jordaan.

dutch@Joshua:3:9 @ Toen zeide Jozua tot de kinderen Israels: Nadert herwaarts, en hoort de woorden des HEEREN, uws Gods.

dutch@Joshua:3:10 @ Verder zeide Jozua: Hieraan zult gijlieden bekennen, dat de levende God in het midden van u is, en dat Hij ganselijk voor uw aangezicht uitdrijven zal deKanaanieten, en de Hethieten, en de Hevieten, en de Ferezieten, en de Girgazieten, en de Amorieten en de Jebusieten.

dutch@Joshua:3:11 @ Ziet, de ark des verbonds van den Heere der ganse aarde gaat door voor ulieder aangezicht in de Jordaan.

dutch@Joshua:3:12 @ Nu dan, neemt gijlieden u twaalf mannen uit de stammen Israels, uit iederen stam een man;

dutch@Joshua:3:13 @ Want het zal geschieden, met dat de voetzolen der priesteren, die de ark van den HEERE, den Heere der ganse aarde, dragen, in het water van de Jordaan zullenrusten, zo zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, te weten de wateren, die van boven afvlieten, en zij zullen op een hoop blijven staan.

dutch@Joshua:3:14 @ En het geschiedde, toen het volk vertrok uit zijn tenten, om over de Jordaan te gaan, zo droegen de priesters de ark des verbonds voor het aangezicht des volks.

dutch@Joshua:3:15 @ En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (deJordaan nu was vol al de dagen des oogstes aan al haar oevers);

dutch@Joshua:3:16 @ Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt en die naar de zee desvlakken velds, te weten de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho.

dutch@Joshua:3:17 @ Maar de priesters, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, stonden steevast op het droge, in het midden van de Jordaan; en gans Israel ging over op hetdroge, totdat al het volk geeindigd had door de Jordaan te trekken.

dutch@Joshua:4:1 @ Het geschiedde nu, toen al het volk geeindigd had over de Jordaan te trekken, dat de HEERE tot Jozua sprak, zeggende:

dutch@Joshua:4:2 @ Neemt gijlieden u twaalf mannen uit het volk, uit elken stam een man.

dutch@Joshua:4:3 @ En gebiedt hun, zeggende: Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats van de voeten der priesteren, en bereidt twaalf stenen,en brengt ze met ulieden over, en stelt ze in het nachtleger, waar gij dezen nacht zult vernachten.

dutch@Joshua:4:4 @ Jozua dan riep die twaalf mannen, die hij had doen bestellen van de kinderen Israels, uit elken stam een man.

dutch@Joshua:4:5 @ En Jozua zeide tot hen: Gaat over voor de ark des HEEREN, uws Gods, midden in de Jordaan; en heft u een ieder een steen op zijn schouder, naar het getal derstammen van de kinderen Israels;

dutch@Joshua:4:6 @ Opdat dit een teken zij onder ulieden; wanneer uw kinderen morgen vragen zullen, zeggende: Wat zijn u deze stenen?

dutch@Joshua:4:7 @ Zo zult gij tot hen zeggen: Omdat de wateren van de Jordaan zijn afgesneden geweest voor de ark des verbonds des HEEREN; als zij toog door de Jordaan, werdende wateren van de Jordaan afgesneden; zo zullen deze stenen den kinderen Israels ter gedachtenis zijn tot in eeuwigheid.

dutch@Joshua:4:8 @ De kinderen Israels nu deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had,naar het getal der stammen van de kinderen Israels; en zij brachten ze met zich over naar het nachtleger, en stelden ze aldaar.

dutch@Joshua:4:9 @ Jozua richtte ook twaalf stenen op, midden in de Jordaan, ter standplaats van de voeten der priesteren, die de ark des verbonds droegen; en zij zijn daar tot op dezendag.

dutch@Joshua:4:10 @ De priesters nu, die de ark droegen, stonden midden in de Jordaan, totdat alle ding volbracht was, hetwelk de HEERE Jozua geboden had het volk aan te zeggen,naar al wat Mozes Jozua geboden had. En het volk haastte, en het trok over.

dutch@Joshua:4:11 @ En het geschiedde, als al het volk geeindigd had over te gaan, toen ging de ark des HEEREN over, en de priesters voor het aangezicht des volks.

dutch@Joshua:4:12 @ En de kinderen van Ruben, en de kinderen van Gad, mitsgaders de halve stam van Manasse, trokken gewapend voor het aangezicht der kinderen Israels, gelijk alsMozes tot hen gesproken had.

dutch@Joshua:4:13 @ Omtrent veertig duizend toegeruste krijgsmannen trokken er voor het aangezicht des HEEREN ten strijde, naar de vlakke velden van Jericho.

dutch@Joshua:4:14 @ Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israel; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijnslevens.

dutch@Joshua:4:15 @ De HEERE dan sprak tot Jozua, zeggende:

dutch@Joshua:4:16 @ Gebied den priesteren, die de ark der getuigenis dragen, dat zij uit de Jordaan opklimmen.

dutch@Joshua:4:17 @ Toen gebood Jozua den priesteren, zeggende: Klimt op uit de Jordaan.

dutch@Joshua:4:18 @ En het geschiedde, toen de priesters, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, uit het midden van de Jordaan opgeklommen waren, en de voetzolen derpriesteren afgetrokken waren tot op het droge; zo keerden de wateren van de Jordaan weder in hun plaats, en gingen als gisteren en eergisteren aan al haar oevers.

dutch@Joshua:4:19 @ Het volk nu was den tiende der eerste maand uit de Jordaan opgeklommen; en zij legerden zich te Gilgal, aan het oosteinde van Jericho.

dutch@Joshua:4:20 @ En Jozua richtte die twaalf stenen te Gilgal op, die zij uit de Jordaan genomen hadden.

dutch@Joshua:4:21 @ En hij sprak tot de kinderen Israels, zeggende: Wanneer uw kinderen morgen hun vaderen vragen zullen, zeggende: Wat zijn deze stenen?

dutch@Joshua:4:22 @ Zo zult gij het uw kinderen te kennen geven, zeggende: Op het droge is Israel door deze Jordaan gegaan.

dutch@Joshua:4:23 @ Want de HEERE, uw God, heeft de wateren van de Jordaan voor uw aangezichten doen uitdrogen, totdat gijlieden er waart doorgegaan; gelijk als de HEERE, uwGod, aan de Schelfzee gedaan heeft, die Hij voor ons aangezicht heeft doen uitdrogen, totdat wij daardoor gegaan waren;

dutch@Joshua:4:24 @ Opdat alle volken der aarde de hand des HEEREN kennen zouden, dat zij sterk is; opdat gijlieden den HEERE, uw God, vrezet te allen dage.

dutch@Joshua:5:1 @ En het geschiedde, toen al de koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan westwaarts, en al de koningen der Kanaanieten, die aan de zee waren,hoorden, dat de HEERE de wateren van de Jordaan had uitgedroogd, voor het aangezicht der kinderen Israels, totdat wij daardoor gegaan waren; zo versmolt hunhart, en er was geen moed meer in hen, voor het aangezicht der kinderen Israels.


Seeker Overlay: Off On

[BookofJoshua] [Joshua:2] [Joshua:3-4 ] [Joshua:4] [Discuss] Tag Joshua:3-4 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: