Luke:12:22-34
dutch@Luke:12:22 @ En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult.
dutch@Luke:12:23 @ Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding.
dutch@Luke:12:24 @ Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen te boven?
dutch@Luke:12:25 @ Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
dutch@Luke:12:26 @ Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt gij voor de andere dingen bezorgd?
dutch@Luke:12:27 @ Aanmerkt de lelien, hoe zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo in al zijn heerlijkheid is niet bekleed geweest als een van deze.
dutch@Luke:12:28 @ Indien nu God het gras dat heden op het veld is, en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt, hoeveel meer u, gij kleingelovigen!
dutch@Luke:12:29 @ En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig.
dutch@Luke:12:30 @ Want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft.
dutch@Luke:12:31 @ Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
dutch@Luke:12:32 @ Vreest niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven.
dutch@Luke:12:33 @ Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt,noch de mot verderft.
dutch@Luke:12:34 @ Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.