Luke:19:1-10
dutch@Luke:19:1 @ En Jezus, ingekomen zijnde, ging door Jericho.
dutch@Luke:19:2 @ En zie, er was een man, met name geheten Zacheus; en deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk;
dutch@Luke:19:3 @ En zocht Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was.
dutch@Luke:19:4 @ En vooruitlopende, klom hij op een wilden vijgeboom, opdat hij Hem mocht zien; want Hij zou door dien weg voorbijgaan.
dutch@Luke:19:5 @ En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven.
dutch@Luke:19:6 @ En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap.
dutch@Luke:19:7 @ En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen.
dutch@Luke:19:8 @ En Zacheus stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, datgeef ik vierdubbel weder.
dutch@Luke:19:9 @ En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is.
dutch@Luke:19:10 @ Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.