Numbers:9
Seeker Overlay ON
*
En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van Sinai ,
in het tweede jaar ,
nadat zij uit Egypteland uitgetogen waren ,
in de eerste maand ,
zeggende :
*
Dat de kinderen Israels het pascha houden zouden ,
op zijn gezetten tijd .
*
Op den veertienden dag in deze maand ,
tussen twee avonden zult gij dat houden ,
op zijn gezetten tijd ;
naar al zijn inzettingen ,
en naar al zijn rechten zult gij dathouden .
*
Mozes dan sprak tot de kinderen Israels ,
dat zij het pascha zouden houden .
*
En zij hielden het pascha op den veertienden dag der eerste maand ,
tussen de twee avonden ,
in de woestijn van Sinai ;
naar alles wat de HEERE Mozes gebodenhad ,
alzo deden de kinderen Israels .
*
Toen waren er lieden geweest ,
die over het dode lichaam eens mensen onrein waren ,
en op denzelven dag het pascha niet hadden kunnen houden ;
daaromnaderden zij voor het aangezicht van Mozes ,
en voor het aangezicht van Aaron op dienzelven dag .
*
En diezelve lieden zeiden tot hem :
Wij zijn onrein over het dode lichaam eens mensen ;
waarom zouden wij verkort worden ,
dat wij de offerande des HEEREN opzijn gezetten tijd niet zouden offeren ,
in het midden van de kinderen Israels ?
*
En Mozes zeide tot hen :
Blijft staande ,
dat ik hoor ,
wat de HEERE u gebieden zal .
*
Toen sprak de HEERE tot Mozes ,
zeggende :
*
Spreek tot de kinderen Israels ,
zeggende :
Wanneer iemand onder u ,
of onder uw geslachten ,
over een dood lichaam onrein ,
of op een verren weg zal zijn ,
hij zal dannog den HEERE het pascha houden .
*
In de tweede maand ,
op den veertienden dag ,
tussen de twee avonden ,
zullen zij dat houden ;
met ongezuurde broden en bittere saus zullen zij dat eten .
*
Zij zullen daarvan niet overlaten tot den morgen ,
en zullen daaraan geen been breken ;
naar alle inzetting van het pascha zullen zij dat houden .
*
Als een man ,
die rein is ,
en op den weg niet is ,
en nalaten zal het pascha te houden ,
zo zal diezelve ziel uit haar volken uitgeroeid worden ;
want hij heeft deofferande des HEEREN op zijn gezetten tijd niet geofferd ,
diezelve man zal zijn zonde dragen .
*
En wanneer een vreemdeling bij u als vreemdeling verkeert ,
en hij het pascha den HEERE ook houden zal ,
naar de inzetting van het pascha ,
en naar zijn wijze ,
alzozal hij het houden ;
het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn ,
beiden den vreemdeling en den inboorling des lands .
*
En op den dag van het oprichten des tabernakels bedekte de wolk den tabernakel ,
op de tent der getuigenis ;
en in den avond was over den tabernakel als eengedaante des vuurs ,
tot aan den morgen .
*
Alzo geschiedde het geduriglijk ;
de wolk bedekte denzelven ,
en des nachts was er een gedaante des vuurs .
*
Maar nadat de wolk opgeheven werd van boven de tent ,
zo verreisden ook daarna de kinderen Israels ;
en in de plaats ,
waar de wolk bleef ,
daar legerden zich dekinderen Israels .
*
Naar den mond des HEEREN ,
verreisden de kinderen Israels ,
en naar des HEEREN mond legerden zij zich ;
al de dagen ,
in dewelke de wolk over den tabernakelbleef ,
legerden zij zich .
*
En als de wolk vele dagen over den tabernakel verbleef ,
zo namen de kinderen Israels de wacht des HEEREN waar ,
en verreisden niet .
*
Als het nu was ,
dat de wolk weinige dagen op den tabernakel was ,
naar den mond des HEEREN legerden zij zich ,
en naar den mond des HEEREN verreisden zij .
*
Maar was het ,
dat de wolk van den avond tot den morgen daar was ,
en de wolk in den morgen opgeheven werd ,
zo verreisden zij ;
of des daags ,
of des nachts ,
alsde wolk opgeheven werd ,
zo verreisden zij .
*
Of als de wolk twee dagen ,
of een maand ,
of vele dagen vertoog op den tabernakel ,
blijvende daarop ,
zo legerden zich de kinderen Israels ,
en verreisden niet ;
en alszij verheven werd ,
verreisden zij .
*
Naar den mond des HEEREN legerden zij zich ,
en naar den mond des HEEREN verreisden zij ;
zij namen de wacht des HEEREN waar ,
naar den mond desHEEREN ,
door de hand van Mozes .