Proverbs:1:20-33




dutch@Proverbs:1:20 @ De opperste Wijsheid roept overluid daar buiten; Zij verheft haar stem op de straten.

dutch@Proverbs:1:21 @ Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad;

dutch@Proverbs:1:22 @ Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?

dutch@Proverbs:1:23 @ Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.

dutch@Proverbs:1:24 @ Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte;

dutch@Proverbs:1:25 @ En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt;

dutch@Proverbs:1:26 @ Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt.

dutch@Proverbs:1:27 @ Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt;

dutch@Proverbs:1:28 @ Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden;

dutch@Proverbs:1:29 @ Daarom, dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren.

dutch@Proverbs:1:30 @ Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad;

dutch@Proverbs:1:31 @ Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen.

dutch@Proverbs:1:32 @ Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven.

dutch@Proverbs:10:1 @ De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid.

dutch@Proverbs:10:2 @ Schatten der goddeloosheid doen geen nut; maar de gerechtigheid redt van den dood.

dutch@Proverbs:10:3 @ De HEERE laat de ziel des rechtvaardigen niet hongeren; maar de have der goddelozen stoot Hij weg.

dutch@Proverbs:10:4 @ Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk.

dutch@Proverbs:10:5 @ Die in den zomer vergadert, is een verstandig zoon; maar die in den oogst vast slaapt, is een zoon die beschaamd maakt.

dutch@Proverbs:10:6 @ Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.

dutch@Proverbs:10:7 @ De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn; maar de naam der goddelozen zal verrotten.

dutch@Proverbs:10:8 @ Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.

dutch@Proverbs:10:9 @ Die in oprechtheid wandelt, wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, zal bekend worden.

dutch@Proverbs:10:10 @ Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.

dutch@Proverbs:10:11 @ De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.

dutch@Proverbs:10:12 @ Haat verwekt krakelen; maar de liefde dekt alle overtredingen toe.

dutch@Proverbs:10:13 @ In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.

dutch@Proverbs:10:14 @ De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.

dutch@Proverbs:10:15 @ Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.

dutch@Proverbs:10:16 @ Het werk des rechtvaardigen is ten leven; de inkomst des goddelozen is ter zonde.

dutch@Proverbs:10:17 @ Het pad tot het leven is desgenen die de tucht bewaart; maar die de bestraffing verlaat, doet dwalen.

dutch@Proverbs:10:18 @ Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.

dutch@Proverbs:10:19 @ In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig.

dutch@Proverbs:10:20 @ De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig waard.

dutch@Proverbs:10:21 @ De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.

dutch@Proverbs:10:22 @ De zegen des HEEREN, die maakt rijk; en Hij voegt er geen smart bij.

dutch@Proverbs:10:23 @ Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.

dutch@Proverbs:10:24 @ De vreze des goddelozen, die zal hem overkomen; maar de begeerte der rechtvaardigen zal God geven.

dutch@Proverbs:10:25 @ Gelijk een wervelwind voorbijgaat, alzo is de goddeloze niet meer; maar de rechtvaardige is een eeuwige grondvest.

dutch@Proverbs:10:26 @ Gelijk edik den tanden, en gelijk rook den ogen is zo is de luie dengenen, die hem uitzenden.

dutch@Proverbs:10:27 @ De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort.

dutch@Proverbs:10:28 @ De hoop der rechtvaardigen is blijdschap; maar de verwachting der goddelozen zal vergaan.

dutch@Proverbs:10:29 @ De weg des HEEREN is voor den oprechte sterkte; maar voor de werkers der ongerechtigheid verstoring.

dutch@Proverbs:10:30 @ De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen.

dutch@Proverbs:10:31 @ De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden.

dutch@Proverbs:10:32 @ De lippen des rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen enkel verkeerdheid.

dutch@Proverbs:11:1 @ Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen.

dutch@Proverbs:11:2 @ Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.

dutch@Proverbs:11:3 @ De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen.

dutch@Proverbs:11:4 @ Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.

dutch@Proverbs:11:5 @ De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid.

dutch@Proverbs:11:6 @ De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in hun verkeerdheid.

dutch@Proverbs:11:7 @ Als de goddeloze mens sterft, vergaat zijn verwachting; zelfs is de allersterkste hoop vergaan.

dutch@Proverbs:11:8 @ De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats.

dutch@Proverbs:11:9 @ De huichelaar verderft zijn naaste door den mond; maar door wetenschap worden de rechtvaardigen bevrijd.

dutch@Proverbs:11:10 @ Een stad springt op van vreugde over het welvaren der rechtvaardigen; en als de goddelozen vergaan, is er gejuich.

dutch@Proverbs:11:11 @ Door den zegen der oprechten wordt een stad verheven; maar door den mond der goddelozen wordt zij verbroken.

dutch@Proverbs:11:12 @ Die verstandeloos is, veracht zijn naaste; maar een man van groot verstand zwijgt stil.

dutch@Proverbs:11:13 @ Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; maar die getrouw is van geest, bedekt de zaak.

dutch@Proverbs:11:14 @ Als er geen wijze raadslagen zijn, vervalt het volk; maar de behoudenis is in de veelheid der raadslieden.

dutch@Proverbs:11:15 @ Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.

dutch@Proverbs:11:16 @ Een aangename huisvrouw houdt de eer vast, gelijk de geweldigen den rijkdom vasthouden.

dutch@Proverbs:11:17 @ Een goedertieren mens doet zijn ziel wel; maar die wreed is, beroert zijn vlees.

dutch@Proverbs:11:18 @ De goddeloze doet een vals werk; maar voor degene, die gerechtigheid zaait, is trouwe loon.

dutch@Proverbs:11:19 @ Alzo is de gerechtigheid ten leven, gelijk die het kwade najaagt, naar zijn dood jaagt.

dutch@Proverbs:11:20 @ De verkeerden van hart zijn den HEERE een gruwel; maar de oprechten van weg zijn Zijn welgevallen.

dutch@Proverbs:11:21 @ Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen.

dutch@Proverbs:11:22 @ Een schone vrouw, die van rede afwijkt, is een gouden bagge in een varkenssnuit.

dutch@Proverbs:11:23 @ De begeerte der rechtvaardigen is alleenlijk het goede; maar de verwachting der goddelozen is verbolgenheid.

dutch@Proverbs:11:24 @ Er is een, die uitstrooit, denwelken nog meer toegedaan wordt; en een, die meer inhoudt dan recht is, maar het is tot gebrek.

dutch@Proverbs:11:25 @ De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden.

dutch@Proverbs:11:26 @ Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar de zegening zal zijn over het hoofd des verkopers.

dutch@Proverbs:11:27 @ Wie het goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, dien zal het overkomen.

dutch@Proverbs:11:28 @ Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof.

dutch@Proverbs:11:29 @ Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.

dutch@Proverbs:11:30 @ De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs.

dutch@Proverbs:11:31 @ Ziet, den rechtvaardige wordt vergolden op de aarde, hoeveel te meer den goddeloze en zondaar! Spreuken 12

dutch@Proverbs:12:1 @ Wie de tucht liefheeft, die heeft de wetenschap lief; maar wie de bestraffing haat, is onvernuftig.

dutch@Proverbs:12:2 @ De goede zal een welgevallen trekken van den HEERE; maar een man van schandelijke verdichtselen zal Hij verdoemen.

dutch@Proverbs:12:3 @ De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; maar de wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden.

dutch@Proverbs:12:4 @ Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen.

dutch@Proverbs:12:5 @ Der rechtvaardigen gedachten zijn recht; der goddelozen raadslagen zijn bedrog.

dutch@Proverbs:12:6 @ De woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden.

dutch@Proverbs:12:7 @ De goddelozen worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan.

dutch@Proverbs:12:8 @ Een ieder zal geprezen worden, naardat zijn verstandigheid is; maar die verkeerd van hart is, zal tot verachting wezen.

dutch@Proverbs:12:9 @ Beter is, die zich gering acht, en een knecht heeft, dan die zichzelven eert, en des broods gebrek heeft.

dutch@Proverbs:12:10 @ De rechtvaardige kent het leven van zijn beest; maar de barmhartigheden der goddelozen zijn wreed.

dutch@Proverbs:12:11 @ Die zijn land bouwt, zal van brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, is verstandeloos.

dutch@Proverbs:12:12 @ De goddeloze begeert het net der bozen; maar de wortel der rechtvaardigen zal uitgeven.

dutch@Proverbs:12:13 @ In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.

dutch@Proverbs:12:14 @ Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.

dutch@Proverbs:12:15 @ De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.

dutch@Proverbs:12:16 @ De toorn des dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de schande.

dutch@Proverbs:12:17 @ Die waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid bekend; maar een getuige der valsheden, bedrog.

dutch@Proverbs:12:18 @ Daar is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.

dutch@Proverbs:12:19 @ Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.

dutch@Proverbs:12:20 @ Bedrog is in het hart dergenen, die kwaad smeden; maar degenen die vrede raden, hebben blijdschap.

dutch@Proverbs:12:21 @ Den rechtvaardigen zal geen leed wedervaren; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden.

dutch@Proverbs:12:22 @ Valse lippen zijn den HEERE een gruwel; maar die trouwelijk handelen, zijn Zijn welgevallen.

dutch@Proverbs:12:23 @ Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.

dutch@Proverbs:12:24 @ De hand der vlijtigen zal heersen; maar de bedriegers zullen onder cijns wezen.

dutch@Proverbs:12:25 @ Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het.

dutch@Proverbs:12:26 @ De rechtvaardige is voortreffelijker dan zijn naaste; maar de weg der goddelozen doet hen dwalen.

dutch@Proverbs:12:27 @ Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.

dutch@Proverbs:12:28 @ In het pad der gerechtigheid is het leven; en in den weg van haar voetpad is de dood niet. Spreuken 13

dutch@Proverbs:13:1 @ Een wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.

dutch@Proverbs:13:2 @ Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld.

dutch@Proverbs:13:3 @ Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet.

dutch@Proverbs:13:4 @ De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden.

dutch@Proverbs:13:5 @ De rechtvaardige haat leugentaal; maar de goddeloze maakt zich stinkende, en doet zich schaamte aan.

dutch@Proverbs:13:6 @ De gerechtigheid bewaart den oprechte van weg; maar de goddeloosheid zal den zondaar omkeren.

dutch@Proverbs:13:7 @ Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.

dutch@Proverbs:13:8 @ Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet.

dutch@Proverbs:13:9 @ Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

dutch@Proverbs:13:10 @ Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid.

dutch@Proverbs:13:11 @ Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen.

dutch@Proverbs:13:12 @ De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens.

dutch@Proverbs:13:13 @ Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien zal vergolden worden.

dutch@Proverbs:13:14 @ Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.

dutch@Proverbs:13:15 @ Goed verstand geeft aangenaamheid; maar de weg der trouwelozen is streng.

dutch@Proverbs:13:16 @ Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.

dutch@Proverbs:13:17 @ Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn.

dutch@Proverbs:13:18 @ Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden.

dutch@Proverbs:13:19 @ De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken.

dutch@Proverbs:13:20 @ Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

dutch@Proverbs:13:21 @ Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.

dutch@Proverbs:13:22 @ De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige weggelegd.

dutch@Proverbs:13:23 @ Het ploegen der armen geeft veelheid der spijze; maar daar is een, die verteerd wordt door gebrek van oordeel.

dutch@Proverbs:13:24 @ Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging.

dutch@Proverbs:13:25 @ De rechtvaardige eet tot verzadiging zijner ziel toe; maar de buik der goddelozen zal gebrek hebben.

dutch@Proverbs:14:1 @ Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.

dutch@Proverbs:14:2 @ Die in zijn oprechtheid wandelt, vreest den HEERE; maar die afwijkt in zijn wegen, veracht Hem.

dutch@Proverbs:14:3 @ In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.

dutch@Proverbs:14:4 @ Als er geen ossen zijn, zo is de krib rein; maar door de kracht van den os is der inkomsten veel.

dutch@Proverbs:14:5 @ Een waarachtig getuige zal niet liegen; maar een vals getuige blaast leugens.

dutch@Proverbs:14:6 @ De spotter zoekt wijsheid, en er is gene; maar de wetenschap is voor den verstandige licht.

dutch@Proverbs:14:7 @ Ga weg van de tegenwoordigheid eens zotten mans; want gij zoudt bij hem geen lippen der wetenschap merken.

dutch@Proverbs:14:8 @ De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij.

dutch@Proverbs:14:9 @ Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.

dutch@Proverbs:14:10 @ Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen.

dutch@Proverbs:14:11 @ Het huis der goddelozen zal verdelgd worden; maar de tent der oprechten zal bloeien.

dutch@Proverbs:14:12 @ Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.

dutch@Proverbs:14:13 @ Het hart zal ook in het lachen smart hebben; en het laatste van die blijdschap is droefheid.

dutch@Proverbs:14:14 @ Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.

dutch@Proverbs:14:15 @ De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang.

dutch@Proverbs:14:16 @ De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.

dutch@Proverbs:14:17 @ Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.

dutch@Proverbs:14:18 @ De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen.

dutch@Proverbs:14:19 @ De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.

dutch@Proverbs:14:20 @ De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele.

dutch@Proverbs:14:21 @ Die zijn naaste veracht, zondigt; maar die zich der nederigen ontfermt, die is welgelukzalig.

dutch@Proverbs:14:22 @ Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.

dutch@Proverbs:14:23 @ In allen smartelijke arbeid is overschot; maar het woord der lippen strekt alleen tot gebrek.

dutch@Proverbs:14:24 @ Der wijzen kroon is hun rijkdom; de dwaasheid der zotten is dwaasheid.

dutch@Proverbs:14:25 @ Een waarachtig getuige redt de zielen; maar die leugens blaast, is een bedrieger.

dutch@Proverbs:14:26 @ In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen.

dutch@Proverbs:14:27 @ De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.

dutch@Proverbs:14:28 @ In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring.

dutch@Proverbs:14:29 @ De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.

dutch@Proverbs:14:30 @ Een gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting der beenderen.

dutch@Proverbs:14:31 @ Die den arme verdrukt, smaadt deszelfs Maker; maar die zich des nooddruftigen ontfermt, eert Hem.

dutch@Proverbs:14:32 @ De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt zelfs in zijn dood.

dutch@Proverbs:14:33 @ Wijsheid rust in het hart des verstandigen; maar wat in het binnenste der zotten is, wordt bekend.

dutch@Proverbs:14:34 @ Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natien.

dutch@Proverbs:14:35 @ Het welbehagen des konings is over een verstandigen knecht; maar zijn verbolgenheid zal zijn over dengene, die beschaamd maakt.

dutch@Proverbs:15:1 @ Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.

dutch@Proverbs:15:2 @ De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.

dutch@Proverbs:15:3 @ De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.

dutch@Proverbs:15:4 @ De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest.

dutch@Proverbs:15:5 @ Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.

dutch@Proverbs:15:6 @ In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte.

dutch@Proverbs:15:7 @ De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo.

dutch@Proverbs:15:8 @ Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.

dutch@Proverbs:15:9 @ De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben.

dutch@Proverbs:15:10 @ De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.

dutch@Proverbs:15:11 @ De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen?

dutch@Proverbs:15:12 @ De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen.

dutch@Proverbs:15:13 @ Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.

dutch@Proverbs:15:14 @ Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.

dutch@Proverbs:15:15 @ Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.

dutch@Proverbs:15:16 @ Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij.

dutch@Proverbs:15:17 @ Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij.

dutch@Proverbs:15:18 @ Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.

dutch@Proverbs:15:19 @ De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand.

dutch@Proverbs:15:20 @ Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.

dutch@Proverbs:15:21 @ De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.

dutch@Proverbs:15:22 @ De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.

dutch@Proverbs:15:23 @ Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!

dutch@Proverbs:15:24 @ De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.

dutch@Proverbs:15:25 @ Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten.

dutch@Proverbs:15:26 @ Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen.

dutch@Proverbs:15:27 @ Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven.

dutch@Proverbs:15:28 @ Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.

dutch@Proverbs:15:29 @ De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.

dutch@Proverbs:15:30 @ Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.

dutch@Proverbs:15:31 @ Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten.

dutch@Proverbs:15:32 @ Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand.

dutch@Proverbs:15:33 @ De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.

dutch@Proverbs:16:1 @ De mens heeft schikkingen des harten; maar het antwoord der tong is van den HEERE.

dutch@Proverbs:16:2 @ Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen; maar de HEERE weegt de geesten.

dutch@Proverbs:16:3 @ Wentel uw werken op den HEERE, en uw gedachten zullen bevestigd worden.

dutch@Proverbs:16:4 @ De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads.

dutch@Proverbs:16:5 @ Al wie hoog is van hart, is den HEERE een gruwel; hand aan hand, zal hij niet onschuldig zijn.

dutch@Proverbs:16:6 @ Door goedertierenheid en trouw wordt de misdaad verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van het kwade.

dutch@Proverbs:16:7 @ Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem bevredigen.

dutch@Proverbs:16:8 @ Beter is een weinig met gerechtigheid, dan de veelheid der inkomsten zonder recht.

dutch@Proverbs:16:9 @ Het hart des mensen overdenkt zijn weg; maar de HEERE stiert zijn gang.

dutch@Proverbs:16:10 @ Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet overtreden in het gericht.

dutch@Proverbs:16:11 @ Een rechte waag en weegschaal zijn des HEEREN; alle weegstenen des zaks zijn Zijn werk.

dutch@Proverbs:16:12 @ Het is der koningen gruwel goddeloosheid te doen; want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd.

dutch@Proverbs:16:13 @ De lippen der gerechtigheid zijn het welgevallen der koningen; en elkeen van hen zal liefhebben dien, die rechte dingen spreekt.

dutch@Proverbs:16:14 @ De grimmigheid des konings is als de boden des doods; maar een wijs man zal die verzoenen.

dutch@Proverbs:16:15 @ In het licht van des konings aangezicht is leven; en zijn welgevallen is als een wolk des spaden regens.

dutch@Proverbs:16:16 @ Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen, dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver!

dutch@Proverbs:16:17 @ De baan der oprechten is van het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel, die zijn weg bewaart.

dutch@Proverbs:16:18 @ Hovaardigheid is voor de verbreking, en hoogheid des geestes voor den val.

dutch@Proverbs:16:19 @ Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen.

dutch@Proverbs:16:20 @ Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig.

dutch@Proverbs:16:21 @ De wijze van hart zal verstandig genoemd worden; en de zoetheid der lippen zal de lering vermeerderen.

dutch@Proverbs:16:22 @ Het verstand dergenen, die het bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der dwazen is dwaasheid.

dutch@Proverbs:16:23 @ Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen.

dutch@Proverbs:16:24 @ Liefelijke redenen zijn een honigraat, zoet voor de ziel, en medicijn voor het gebeente.

dutch@Proverbs:16:25 @ Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.

dutch@Proverbs:16:26 @ De ziel des arbeidzamen arbeidt voor zichzelven; want zijn mond buigt zich voor hem.

dutch@Proverbs:16:27 @ Een Belialsman graaft kwaad; en op zijn lippen is als brandend vuur.

dutch@Proverbs:16:28 @ Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend.

dutch@Proverbs:16:29 @ Een man des gewelds verlokt zijn naaste, en hij leidt hem in een weg, die niet goed is.

dutch@Proverbs:16:30 @ Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad.

dutch@Proverbs:16:31 @ De grijsheid is een sierlijke kroon; zij wordt op den weg der gerechtigheid gevonden.

dutch@Proverbs:16:32 @ De lankmoedige is beter dan de sterke; en die heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt.

dutch@Proverbs:16:33 @ Het lot wordt in den schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE.

dutch@Proverbs:17:1 @ Een droge bete, en rust daarbij, is beter, dan een huis vol van geslachte beesten met twist.

dutch@Proverbs:17:2 @ Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen.

dutch@Proverbs:17:3 @ De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten.

dutch@Proverbs:17:4 @ De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.

dutch@Proverbs:17:5 @ Die den arme bespot, smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn.

dutch@Proverbs:17:6 @ De kroon de ouden zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen.

dutch@Proverbs:17:7 @ Een voortreffelijke lip past een dwaze niet, veelmin een prins een leugenachtige lip.

dutch@Proverbs:17:8 @ Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen.

dutch@Proverbs:17:9 @ Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend.

dutch@Proverbs:17:10 @ De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderd maal te slaan.

dutch@Proverbs:17:11 @ Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden.

dutch@Proverbs:17:12 @ Dat een beer, die van jongen beroofd is, een man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn dwaasheid.

dutch@Proverbs:17:13 @ Die kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken.

dutch@Proverbs:17:14 @ Het begin des krakeels is gelijk een, die het water opening geeft; daarom verlaat den twist, eer hij zich vermengt.

dutch@Proverbs:17:15 @ Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden.

dutch@Proverbs:17:16 @ Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?

dutch@Proverbs:17:17 @ Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren.

dutch@Proverbs:17:18 @ Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste.

dutch@Proverbs:17:19 @ Die het gekijf liefheeft, heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking.

dutch@Proverbs:17:20 @ Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen.

dutch@Proverbs:17:21 @ Wie een zot genereert, die zal hem tot droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden.

dutch@Proverbs:17:22 @ Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.

dutch@Proverbs:17:23 @ De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen.

dutch@Proverbs:17:24 @ In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.

dutch@Proverbs:17:25 @ Een zotte zoon is een verdriet voor zijn vader, en bittere droefheid voor degene, die hem gebaard heeft.

dutch@Proverbs:17:26 @ Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.

dutch@Proverbs:17:27 @ Wie wetenschap weet, houdt zijn woorden in; en een man van verstand is kostelijk van geest.

dutch@Proverbs:17:28 @ Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig. Spreuken 18

dutch@Proverbs:18:1 @ Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige wijsheid.

dutch@Proverbs:18:2 @ De zot heeft geen lust aan verstandigheid, maar daarin, dat zijn hart zich ontdekt.

dutch@Proverbs:18:3 @ Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.

dutch@Proverbs:18:4 @ De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.

dutch@Proverbs:18:5 @ Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.

dutch@Proverbs:18:6 @ De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.

dutch@Proverbs:18:7 @ De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.

dutch@Proverbs:18:8 @ De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.

dutch@Proverbs:18:9 @ Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.

dutch@Proverbs:18:10 @ De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.

dutch@Proverbs:18:11 @ Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.

dutch@Proverbs:18:12 @ Voor de verbreking zal des mensen hart zich verheffen; en de nederigheid gaat voor de eer.

dutch@Proverbs:18:13 @ Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.

dutch@Proverbs:18:14 @ De geest eens mans zal zijn krankheid ondersteunen; maar een verslagen geest, wie zal dien opheffen?

dutch@Proverbs:18:15 @ Het hart der verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap.

dutch@Proverbs:18:16 @ De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten.

dutch@Proverbs:18:17 @ Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.

dutch@Proverbs:18:18 @ Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen.

dutch@Proverbs:18:19 @ Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en de geschillen zijn als een grendel van een paleis.

dutch@Proverbs:18:20 @ Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.

dutch@Proverbs:18:21 @ Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.

dutch@Proverbs:18:22 @ Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.

dutch@Proverbs:18:23 @ De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen.

dutch@Proverbs:18:24 @ Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder.

dutch@Proverbs:19:1 @ De arme, in zijn oprechtheid wandelende, is beter dan de verkeerde van lippen, en die een zot is.

dutch@Proverbs:19:2 @ Ook is de ziel zonder wetenschap niet goed; en die met de voeten haastig is, zondigt.

dutch@Proverbs:19:3 @ De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren; en zijn hart zal zich tegen den HEERE vergrammen.

dutch@Proverbs:19:4 @ Het goed brengt veel vrienden toe; maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden.

dutch@Proverbs:19:5 @ Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen.

dutch@Proverbs:19:6 @ Velen smeken het aangezicht des prinsen; en een ieder is een vriend desgenen, die giften geeft.

dutch@Proverbs:19:7 @ Al de broeders des armen haten hem; hoeveel te meer gaan zijn vrienden verre van hem! Hij loopt hen na met woorden die niets zijn.

dutch@Proverbs:19:8 @ Die verstand bekomt, heeft zijn ziel lief; hij neemt de verstandigheid waar, om het goede te vinden.

dutch@Proverbs:19:9 @ Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal vergaan.

dutch@Proverbs:19:10 @ De weelde staat een zot niet wel; hoeveel te min een knecht te heersen over vorsten!

dutch@Proverbs:19:11 @ Het verstand des mensen vertrekt zijn toorn; en zijn sieraad is de overtreding voorbij te gaan.

dutch@Proverbs:19:12 @ Des konings gramschap is als het brullen eens jongen leeuws; maar zijn welgevallen is als dauw op het kruid.

dutch@Proverbs:19:13 @ Een zotte zoon is zijn vader grote ellende; en de kijvingen ener vrouw als een gestadig druipen.

dutch@Proverbs:19:14 @ Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE.

dutch@Proverbs:19:15 @ Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel zal hongeren.

dutch@Proverbs:19:16 @ Die het gebod bewaart, bewaart zijn ziel; die zijn wegen veracht, zal sterven.

dutch@Proverbs:19:17 @ Die zich des armen ontfermt, leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden.

dutch@Proverbs:19:18 @ Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel niet, om hem te doden.

dutch@Proverbs:19:19 @ Die groot is van grimmigheid, zal straf dragen; want zo gij hem uitredt, zo zult gij nog moeten voortvaren.

dutch@Proverbs:19:20 @ Hoor raad, en ontvang tucht, opdat gij in uw laatste wijs zijt.

dutch@Proverbs:19:21 @ In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan.

dutch@Proverbs:19:22 @ De wens des mensen is zijn weldadigheid; maar de arme is beter dan een leugenachtig man.

dutch@Proverbs:19:23 @ De vreze des HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden.

dutch@Proverbs:19:24 @ Een luiaard verbergt de hand in den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn mond brengen.

dutch@Proverbs:19:25 @ Sla de spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; en bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen.

dutch@Proverbs:19:26 @ Wie de vader verwoest, of de moeder verjaagt, is een zoon, die beschaamd maakt, en schande aandoet.

dutch@Proverbs:19:27 @ Laat af, mijn zoon, horende de tucht, af te dwalen van de redenen der wetenschap.

dutch@Proverbs:19:28 @ Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in.

dutch@Proverbs:19:29 @ Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.


Seeker Overlay: Off On

[BookofProverbs] [Proverbs] [Proverbs:1] [Proverbs:2] [Discuss] Tag Proverbs:1:20-33 [Audio][Presentation]
Bible:
Bible:
Book: